Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wanneer een man, door [30]bijligging des zaads, bij een vrouw zal gelegen hebben, die een dienstmaagd is, bij den [31]man [32]versmaad, en [33]geenszins gelost is, en haar geen vrijheid is gegeven; [34]die zullen gegeseld worden; zij zullen niet gedood worden; want zij was niet [35]vrij gemaakt. 30. Vergelijk boven, hfdst.18 vs.22. 31. Versta, door hem, met wien zij ondertrouwd of getrouwd is geweest, en daarna door hem versmaad. Anders, bij een ieder versmaad; dat is, zo veracht, dat zij niet vrijgemaakt wordt maar in slavernij blijft. 32. Anders, aan een man ondertrouwd. 33. Hebreeuws, niet lossende gelost. 34. Hebreeuws, geseling, of, slaan zal geschieden. Zie van deze straf Deut.25:2,3. 35. Want indien zij vrij ware geweest, zou zij hebben moeten gedood worden; Deut.22:24.